Zorgverzekeraars onterecht op vingers getikt

Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) zijn zorgverzekeraars door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onterecht op de vingers getikt. Eerder onderzoek van de toezichthouder zou hebben uitgewezen dat zorgverzekeraars hun klanten slecht informeren. De NZa zou deze resultaten echter onvoldoende kunnen onderbouwen.
Rechter stelt zorgverzekeraars in gelijk bij onderzoek NZa

Rechter stelt zorgverzekeraars in gelijk bij onderzoek NZa

De drie grote zorgverzekeraars Zilveren Kruis, VGZ en CZ stapten naar de rechter nadat de NZa de verzekeraars had opgedragen om hun klanten beter te informeren. De verzekeraars waren het hier echter niet mee eens en stapten naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het CBb heeft de verzekeraars nu in het gelijk gesteld, omdat de NZa niet kan bewijzen dat er een probleem is in de informatievoorziening bij de drie verzekeraars. Daarnaast kan de toezichthouder de resultaten onvoldoende onderbouwen. Toch onderschrijft de rechter wel het belang van volledige en correcte informatie aan consumenten.

Onderzoek NZa

De NZa heeft TNS NIPO in december 2015 opdracht gegeven om 1.500 telefoontjes te voeren met vragen voor zorgverzekeraars. De resultaten uit het onderzoek moesten een duidelijk beeld geven van de kwaliteit van de informatievoorziening die verzekeraars geven. Daarbij werden door TNS NIPO ‘mystery callers’ ingezet. De NZa koos bewust voor de overstapperiode omdat consumenten juist dan volledige en juiste informatie nodig hebben om een weloverwogen keuze te maken voor een zorgverzekering. De resultaten uit het onderzoek zouden aan het licht hebben gebracht dat een aantal verzekeraars nogal wat verkeerde informatie zou hebben gegeven.

Belangrijkste onderwerpen in het onderzoek waren de wijzigingen in de polisvoorwaarden, de vergoeding van ziekenhuisbehandeling, kosten voor huisartsenzorg, de hoogte van het eigen risico en vergoedingen. In sommige gevallen werd op meer dan 25% van de (relatief) eenvoudige vragen een foutief antwoord gegeven. Er waren volgens de NZa maar twee zorgverzekeraars die hooguit 10% foute antwoorden gaven, de rest had een hoger foutpercentage. De toezichthouder verplichtte daarom de aangewezen zorgverzekeraars hun informatievoorziening uiterlijk op 15 januari 2016 verbeteren. Het foutenpercentage zou op die manier onder de 10% moeten liggen. De aanwijzingen waren bedoeld voor zorgverzekeraars met meer dan 20% foute antwoorden. Wanneer de informatievoorziening niet structureel zou worden verbeterd, dan zou er een boete worden opgelegd.

Onterechte aantijging

De drie grootste zorgverzekeraars stapten naar aanleiding van het onderzoek naar de rechter. De rechter heeft de aantijging van de NZa nu onterecht verklaard. De NZa, de verzekeraars en het CBb hebben het onderzoek van TNS NIPO nooit mogen inzien. Hierdoor konden verzekeraars zich niet verweren tegen de aantijgingen. De rechters konden daardoor de vragen en antwoorden niet controleren op juistheid. De NZa kan dus niet bewijzen of zorgverzekeraars foutieve informatie hebben verspreid. De zorgautoriteit had daarnaast het onderzoek zelf moeten uitvoeren en niet moeten uitbesteden.

Een woordvoerder van de NZa laat weten dat ze de uitspraak ‘natuurlijk zeer serieus’ neemt. “We zullen goed bekijken hoe we in de toekomst dergelijke onderzoeken beter vorm kunnen geven.” De uitspraak van het CBb is een voorlopige voorziening. De opdracht van de NZa aan de zorgverzekeraars is dan ook opgeschort. “Het is nu aan de NZa om met een reactie op deze uitspraak te komen”, zegt een CBb-woordvoerder.

Correcte informatievoorziening

De voorzieningsrechter is het wel met de NZa eens dat verzekeraars vragen correct horen te beantwoorden. Zorgverzekeraars zijn wettelijk verplicht om consumenten juist voor te lichten. De toezichthouder blijft zich dan ook inzetten om ervoor te zorgen dan verzekerden zo goed mogelijke informatie krijgen. De Tweede Kamer heeft fel gereageerd op de rechtsgang van de zorgverzekeraars. „De resultaten waren klip en klaar. Dan moet je je zaakjes op orde brengen, en niet naar de rechter”, vindt VVD’er Arno Rutte. PvdA-collega Bouwmeester: „Dit is belachelijk, waar halen ze het lef vandaan?”. Het is nu aan de NZa om tot een besluit te komen over het bezwaar dat de zorgverzekeraars hebben aangetekend.

Gepubliceerd op 18 januari 2016 om 16:08 uur in de categorie zorgverzekering.